Ingredënten
voor een appeltaartvorm van 24 cm dia.
- 150 gram witte basterdsuiker
- 175 gram roomboter (op kamertemperatuur)
- 300 gram zelfrijzend bakmeel
- zakje vanillesuiker
- citroensap
- snufje zout
- 1 kg appels
- paar eetlepels rozijnen
- paar eetlepels suiker
- kaneel
- eigeel
Bereiding
Schil de appels, verwijder zorgvuldig de klokhuizen en snijd ze in mooie, gelijke blokjes. Bestrooi de stukjes appel met suiker en kaneel en sprenkel er wat citroensap over tegen het verkleuren. Doe de rozijnen erdoor. Zet de stukjes appel tot gebruik in de koelkast.
Zeef de basterdsuiker. Snijd de boter in kleine klontjes. Meng de boter met de suiker.
Zeef het meel. Kneed daarna beetje voor beetje het bakmeel, de vanillesuiker en een snufje zout door het boter/suiker-mengsel. Kneed het deeg tot een soepele bal en leg die een uurtje in de koelkast onder een vochtige doek om te rusten.
Verwarm de oven tot 170°C.
Vet het bakblik in en bestuif het met wat meel (voor het vocht van de appeltjes).
Doe de appeltjes in een vergiet om wat uit te lekken.
Rol van het deeg een dikke rol en verdeel deze in drieën. Rol één stuk uit en bekleed daarmee de bodem van het bakblik. Gebruik het tweede stuk om de zijkant te bekleden en let erop dat het mooi aansluit op de onderkant. Maak van het laatste stuk lange repen van gelijke dikte.
Doe de appels in het bakblik en leg de lange repen kruiselings over de appels, zodat de bovenkant van de taart geheel bedekt is.
Strijk er met een kwastje nog wat eigeel over en strooi er nog wat suiker over.
Bak de taart in 75 minuten gaar.